plantenziekte

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  plantenziekte    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• plan·ten·ziek·te

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  plant zn  en  ziekte zn  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	plantenziekte	plantenziektes plantenziekten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de plantenziekte v

1. (plantkunde) een aandoening van planten

   ▸ Om te voorkomen dat de plantenziekte zich verder verspreidt, raadt de NVWA reizigers aan geen plantjes of stekjes uit Zuid-Europa mee naar huis te nemen.

   ▸ Het gevreesde tomatenvirus is voor het eerst aangetroffen in Nederland. Minister Schouten (Landbouw) meldt in een brief aan de Tweede Kamer dat de plantenziekte is gevonden bij een tomatenproducent in het Westland. Bij een andere bedrijf is sprake van een verdenking.

   ▸ Doordat een plantenziekte vorig jaar de papavervelden in Afghanistan trof, is de wereldwijde productie van opium, de grondstof voor heroïne, met 38 procent gedaald. Dat meldde vandaag de VN-organisatie tegen drugs en criminaliteit (Unodc).

Afgeleide begrippen

• plantenziektekunde, plantenziektekundige

Vertalingen

    1. een aandoening van planten   

Engels: plant disease (en), epiphytotic disease (en)

Gangbaarheid

• Het woord plantenziekte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.