plankton
Uiterlijk
- plank·ton
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘zwevende organismen’ voor het eerst aangetroffen in 1910 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plankton | - |
verkleinwoord | - | - |
het plankton o
- (biologie) het geheel van kleine organismen dat in zee ronddrijft
- Het plankton bestaat uit een grote variëteit aan organismen.
- Het woord plankton staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "plankton" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "plankton" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ plankton op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- plank·ton
plankton
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Biologie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %
- Woorden in het Turks
- Zelfstandig naamwoord in het Turks
- Biologie in het Turks