plafondverlichting

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pla·fond·ver·lich·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord plafondverlichting plafondverlichtingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de plafondverlichtingv

  1. een lamp die aan de zoldering van een vertrek hangt
     De plafondverlichting was verschrikkelijk, tot overmaat van ramp versterkt met een blauwglanzende tl-buis boven de deur.[2]
     Ze zeiden niets, schopten alleen hun schoenen uit, deden de bedlampjes aan en doofden de plafondverlichting.[2]
Hyponiemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. 2,0 2,1
    Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044633535