plaatsnamen
Uiterlijk
- Geluid: plaatsnamen (hulp, bestand)
- plaats·na·men
vervoeging van |
---|
plaatsnemen |
plaatsnamen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van plaatsnemen
- ...dat wij plaatsnamen.
- ...dat jullie plaatsnamen.
- ...dat zij plaatsnamen.
- ...dat wij plaatsnamen.
- ▸ Toen ze plaatsnamen aan het ene uiteinde van de buitenproportionele vergadertafel knipte ze plechtig het slot open van haar zwarte aktetas met het gouden logo en haalde de documenten eruit, het kwartaalrapport en de balans, die ze snel uitdeelde.[1]
de plaatsnamen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord plaatsnaam
- Het woord plaatsnamen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149