plaatsaanwijzer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- plaats·aan·wij·zer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plaatsaanwijzer | plaatsaanwijzers |
verkleinwoord | plaatsaanwijzertje | plaatsaanwijzertjes |
Zelfstandig naamwoord
de plaatsaanwijzer m
- instrument waarmee men bepaalde punten op een kaart vastlegt en opmeet
- iemand die aan personen hun plaats aanwijst (in de bioscoop etc.)
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'plaatsaanwijzer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.