plaaster

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

[2] plaaster
Uitspraak
Woordafbreking
  • plaas·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord plaaster plaasters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de plaasterm

  1. gips
    • Hoe hij er wroette met plaaster en verf, aan sculpturen en schilderijen die nooit voltooid leken: het mythische atelier is vereeuwigd in documentaires en op foto’s van onder anderen Robert Doisneau, Sabine Weiss en Brassaï. [2] 
    • De burgemeester van Estella stelde al een onderzoek in. ‘We spreken hier wel over een zestiende-eeuws kunstwerk dat met zorg behandeld moest worden’, zegt Koldo Leoz. ‘Het werk had door experts moeten gebeuren.’ Hij betreurt dat de kerkfabriek de klus liet klaren door een lokale leraar uit het beroepsonderwijs. Die gebruikte plaaster in plaats van verf. Mogelijk zijn ook de onderliggende verflagen beschadigd. [3] 
  2. beeld gemaakt van gips
    • Originele afgietsels Het Atelier de moulage van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in Brussel is eind 19de eeuw opgericht en functioneert nog steeds. Aanvankelijk was het een museum met afgietsels van beroemde beelden. Nog steeds kan de werkplaats met de ‘plaasters’ worden bezocht. Afgietsels worden op bestelling voor een vrij lage prijs ambachtelijk gemaakt – voor kunstacademies, maar ook voor particulieren. Bijzonder is dat de meeste van de 4.000 mallen vervaardigd zijn naar de originele beelden uit musea van over de hele wereld. [4] 
Synoniemen

Gangbaarheid

13 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen