piraterij

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pi·ra·te·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord piraterij piraterijen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de piraterijv

  1. het beroven of plunderen van een schip op open zee
    • Nederland neemt actief deel aan missies die de koopvaardij beschermen tegen piraterij. 
  2. opzettelijke schending van het auteursrecht door het ongeoorloofd namaken van goederen of kopiëren van gegevens
    • De filmbranche ziet digitale piraterij als grootste bedreiging van haar voortbestaan. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be