piramidaal
Uiterlijk
- Geluid: piramidaal (hulp, bestand)
- IPA: / ˌpiramiˈdal / (4 lettergrepen)
- pi·ra·mi·daal
- van Frans pyramidal bn , op te vatten als afgeleid van piramide zn met het achtervoegsel -aal [1] [2]
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | piramidaal | piramidaler | piramidaalst |
| verbogen | piramidale | piramidalere | piramidaalste |
| partitief | piramidaals | piramidalers | - |
piramidaal
- met een vorm die van een breed, wat hoekig grondvlak uitloopt in een punt
- Piramidale zeeën hebben golven met puntige, spitse koppen, zoals die in het centrum van tropische orkanen en van sterk ontwikkelde stormcentra op hoge breedte voorkomen.
- (wiskunde) behorend tot de getallen die aangeven hoeveel bollen er in een stapel passen als die een veelhoek van een bepaalde omvang als grondvlak heeft
- Een driehoekige piramide met een grondvlak van 6 bollen heeft daarop nog twee lagen met 3 en 1 bol: daarom is de som van die getallen, 10 een piramidaal getal.
- van een zeer groot formaat
- De begroting heeft een piramidaal tekort.
- [2] piramidegetal
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | piramidaal | piramidalen |
| verkleinwoord |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
de piramidaal v
- benaming voor een bepaald soort plant, Campanula pyramidalis
, uit de Klokjesfamilie
- Het woord piramidaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -aal in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Wiskunde in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Niet met deze vorm in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woordenlijst Nederlandse Taal