Naar inhoud springen

piramidaal

Uit WikiWoordenboek
  • pi·ra·mi·daal
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen piramidaalpiramidalerpiramidaalst
verbogen piramidalepiramidalerepiramidaalste
partitief piramidaalspiramidalers-

piramidaal

  1. met een vorm die van een breed, wat hoekig grondvlak uitloopt in een punt
    • Piramidale zeeën hebben golven met puntige, spitse koppen, zoals die in het centrum van tropische orkanen en van sterk ontwikkelde stormcentra op hoge breedte voorkomen. 
  2. (wiskunde) behorend tot de getallen die aangeven hoeveel bollen er in een stapel passen als die een veelhoek van een bepaalde omvang als grondvlak heeft
    • Een driehoekige piramide met een grondvlak van 6 bollen heeft daarop nog twee lagen met 3 en 1 bol: daarom is de som van die getallen, 10 een piramidaal getal. 
  3. van een zeer groot formaat
    • De begroting heeft een piramidaal tekort. 
enkelvoud meervoud
naamwoord piramidaal piramidalen
verkleinwoord

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

depiramidaalv

  1. benaming voor een bepaald soort plant, Campanula pyramidalis op Wikispecies, uit de Klokjesfamilie