pina colada

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

pina colada
Uitspraak
Woordafbreking
  • pi·na_co·la·da
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pina colada pina colada's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de pina coladam

  1. (drinken) koele drank met rum, ananassap, gemalen kokosnoot en ijs
     Het is druk bij het zwembad van het gerenommeerde Hotel Torarica in Paramaribo. De Surinaamse elite en de hotelgasten, voornamelijk uit Nederland en Frans-Guyana, genieten op zonnebedden van een pina colada of drinken kokoswater met een rietje uit een vers gekapte kokosnoot.[1]
     Even geen drank maar wel zin in een feestelijk drankje, dan is Virgin Pina Colada perfect. ,,Heerlijk voor als je nog moet rijden. Een tropische cocktail met kokosmelk, ananassap, slagroom en vers fruit.[2]
     Een briesje waait de laatste sores weg, een pina colada (ijsdrankje met gemalen kokosnoot en rum, RP) zorgt voor de rest.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Harmen Boerboom
    “'Seksfilmpje van SFB is geen kinderporno'” (31-12-2016), NOS
  2. Bronlink Weblink bron
    Ellen den Hollander
    “Zin in cocktails? Hier vind je de perfecte voor jouw smaak (ook als je géén alcohol wilt)” (13-05-2021), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron
    Riekelt Pasterkamp
    “Twee eilanden voor de prijs van één” (5 april 2002), Reformatorisch Dagblad