pimpen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pim·pen
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels

Werkwoord

pimpen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
pimpen
pimpte
gepimpt
zwak -t volledig
  1. iets heel uitbundig mooi of leuk maken zonder dat de functionaliteit verandert
    • Het simpelste geval, een op afstand bestuurbare modelauto, heb je binnen tien minuten rijklaar. Voor het moeilijkste geval -de piano - mag je gerust drieënhalf uur uittrekken voordat je er een mooie Vader Jacob op pingelt. Daarbij is de tijd om het maaksel te pimpen niet meegerekend, maar de software moedigt aan alle kanten aan om het naar eigen inzicht te kleuren, verven, beplakken of anderszins op te leuken. [2] 
    • Eigenaar Leisurelands wil de Hambroekplas flink pimpen. Meest opvallend is de bouw van een aantal deels drijvende vakantiewoningen op en aan het water. Deze bungalows komen er in diverse afmetingen, geschikt voor zowel gezinnen als grotere groepen. Verder komen er een fietsroute, een klein zonnepanelenpark om eigen energie op te wekken, en meer activiteiten en evenementen. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen