pimpen
Uiterlijk
- pim·pen
- uit het Engels
pimpen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
pimpen |
pimpte |
gepimpt |
zwak -t | volledig |
- iets heel uitbundig mooi of leuk maken zonder dat de functionaliteit verandert
- Het simpelste geval, een op afstand bestuurbare modelauto, heb je binnen tien minuten rijklaar. Voor het moeilijkste geval -de piano - mag je gerust drieënhalf uur uittrekken voordat je er een mooie Vader Jacob op pingelt. Daarbij is de tijd om het maaksel te pimpen niet meegerekend, maar de software moedigt aan alle kanten aan om het naar eigen inzicht te kleuren, verven, beplakken of anderszins op te leuken. [2]
- Eigenaar Leisurelands wil de Hambroekplas flink pimpen. Meest opvallend is de bouw van een aantal deels drijvende vakantiewoningen op en aan het water. Deze bungalows komen er in diverse afmetingen, geschikt voor zowel gezinnen als grotere groepen. Verder komen er een fietsroute, een klein zonnepanelenpark om eigen energie op te wekken, en meer activiteiten en evenementen. [3]
- Het woord pimpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pimpen" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Anton Damen 19-04-18 Nintendo laat kinderen gamen met karton
- ↑ Tubantia Alice Plekkenpol 26-04-18 Huisjes op Hambroekplas Borculo
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be