pikzalf
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pik·zalf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pikzalf | pikzalven |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (geschiedenis) (medisch) huidsmeersel waarin teer is verwerkt
- De pik, waaruit alle vluchtige benzolderivaten enz. verwijderd zijn, bestaat in hoofdzaak uit harsachtige stoffen en harszuren (…) en kan als zwakke huidprikkel dienst doen. Vandaar, dat zij even als de pikzalf: Unguentum basilicum of picis [60 deelen olijfolie, 10 deelen gele was, 15 deelen hars (colophoniurn) en 15 deelen pik], die uitwendig bij rheumatische pijnen en huidziekten wordt aanbevolen, nog bij ons officineel is. [2]
Gangbaarheid
- Het woord 'pikzalf' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 of 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Geschiedenis in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal