pikanterie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pikanterie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pi·kan·te·rie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pikanterie | pikanterieën |
verkleinwoord | pikanterietje | pikanterietjes |
Zelfstandig naamwoord
- iets dat een (seksuele) prikkeling veroorzaakt
- ▸ Liefste hart, verbrandt u deze brief onmiddellijk, straks volgen mijn aanwijzingen voor een rendez-vous; dat is voor nu de bijdrage aan deze propositiedag van Willem Augustijn Leeuwarden, 8 februari 1748 Ach lieve! hoe kon ik weten dat u mijn brief van afschuw verbranden zou? Als u wist hoe lang ik achter het poortje heen en weer heb gelopen zou u ook weten dat ik mijn pikanterie slechts in volle onschuld beging, alleen maar om aan een vermeende aansporing te voldoen.[3]
- ▸ Politicus erkent Twitter-pikanterie: In de VS heeft een Democratisch lid van het Huis van Afgevaardigden toegegeven dat hij een pikante foto van zichzelf op Twitter heeft gezet. Anthony Weiner had dat wekenlang ontkend.[4]
- stekeligheid, bitsheid
Synoniemen
- [1] ondeugendheid
Gangbaarheid
- Het woord pikanterie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ pikanterie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Gewassen vlees” (1994), Em. Querido's Uitgeverij , ISBN 9021479737
- ↑ Weblink bron “Politicus erkent Twitter-pikanterie” (Dinsdag 7 juni 2011, 05:57), NOS