pijp op
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pijp op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
oppijpen |
pijp op
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oppijpen
- Ik pijp op.
- gebiedende wijs van oppijpen
- Pijp op!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oppijpen
- Pijp je op?
Gangbaarheid
- Het woord 'pijp op' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.