pico bello

1. Het karakteristieke handgebaar voor picobello.

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  pico bello    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈpiko ˈbɛlo / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• pi·co bel·lo

Woordherkomst en -opbouw

• van Duits  picobello bn , nagebootst Italiaans, door in  piekfein bn  fein te vertalen met Italiaans  bello bn  "mooi" en "piek" te veranderen in "pico"; in de betekenis "piekfijn" aangetroffen vanaf 1943

	stellend
onverbogen	pico bello
verbogen	-

Bijvoeglijk naamwoord

pico bello

1. keurig netjes, onberispelijk verzorgd

   ▸ De groenten hoeven er niet meer pico bello uit te zien. Lelijk blad of bruine plekken snijdt u gewoon weg.

   ▸ Peters is voorzitter van de club, vijfhonderd leden, en hij is hier dagelijks te vinden voor een klusje. Bladblazen, grasmaaien; de trainings- en wedstrijdvelden liggen er pico bello bij.

   ▸ Het gaat om de ervaringen van de man die vier jaar geleden zulke fijne schoenen kocht dat hij er dag en nacht op bleef lopen zodat hij na twee jaar moest vaststellen dat de schoenen weliswaar nog steeds pico bello waren maar de veters allang niet meer.

   ▸ In de film Turist arriveert een gezin, vader, moeder, twee kinderen, in een pico bello skivakantiehotel.

Synoniemen

• piekfijn

Vertalingen

    1. piekfijn, heel mooi, onberispelijk verzorgd   

Duits: picobello (de)

Gangbaarheid

• Het woord pico bello staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "picobello" (zonder spatie, aan elkaar geschreven) herkend door:

93 %	van de Nederlanders;
93 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.