pickles

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

[1] pickles
Uitspraak
Woordafbreking
  • pic·kles
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pickles
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de picklesmv

  1. (voeding) ingemaakte groeten die men als bijgerecht eet; met name ingemaakte augurken
    • De eend is wat royaler en waanzinnig lekker: eerst gepekeld en dan gegaard, nog mooi rosé, en met een lekker krokant velletje, Chinese style geserveerd met pickles en gefrituurde bosui. [2] 
    • Pickles zijn fijne frisse ingrediënten die altijd van pas komen in een gerecht. Je kunt ze, nu je toch zelf bezig bent, net zo zoet, zoetzuur of zuur maken als je wilt. [3] 
    • Hij schuwt het avontuur niet. Dat blijkt uit het menu van deze avond waarop onder meer voorgerechten prijken als ceviche van makreel met limoen, venkel en pickles (9 euro), Amsterdamse garnalenkroket (4 euro), eendenborst met vijgen, blauwe bessen en pickles (9,50 euro) en de hoofdgerechten varkenswangen met borlottibonen en chioggiabieten (13,50 euro), heilbot met zeewierbouillon, tomaat en zeegroenten (15 euro) en parelgort met paddestoelen en een 65-gradeneitje (14 euro). De prijzen doen prettig aan. [4] 
  2. piccalilly
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

52 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen