pianoconcert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pi·a·no·con·cert
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pianoconcert pianoconcerten
verkleinwoord pianoconcertje pianoconcertjes

Zelfstandig naamwoord

het pianoconcerto

  1. (muziek) muziekstuk waarbij de solopiano het belangrijkste instrument is (naast het orkest).
    • De 'pianoconcerten van Mozart worden veel gespeeld. 
    • `Ik heb iedereen verteld dat je in de Salle Pleyel speelt. Het tweede pianoconcert van Rachmaninov.' [2] 
  2. concert van een pianist
    • Jeroen van Veen geeft veel pianoconcerten met muziek van Simeon ten Holt. 

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Sandes, David
    De wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 9