peuterig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  peuterig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• peu·te·rig

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van peuter met het achtervoegsel -ig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	peuterig	peuteriger	peuterigst
verbogen	peuterige	peuterigere	peuterigste
partitief	peuterigs	peuterigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

peuterig

1. kriebelig, klein

Afgeleide begrippen

• peuterigheid

Verwante begrippen

• minutieus, pietluttig, pietepeuterig

Vertalingen

    1.   

Spaans: mínimo (es), minucioso (es)

Gangbaarheid

• Het woord peuterig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "peuterig" herkend door:

88 %	van de Nederlanders;
82 %	van de Vlamingen.