peu

Catalaans

Uitspraak

• IPA: /'pɛw/

Zelfstandig naamwoord

peu m

1. (anatomie) voet

Frans

Uitspraak

• Geluid:  peu    (hulp, bestand)
• IPA: /pø/

Woordherkomst en -opbouw

• van Oudfrans poi, pou van Vulgair Latijn  paucum bw  "weinig", bijwoord van adjectief paucus "weinig"

Onbepaald hoofdtelwoord

peu

1.  weinig zn ; een kleine hoeveelheid

   «Vivre de peu.»

   Van weinig leven

2. weinigen
3. (als in peu de) weinig; niet veel

Verwante begrippen

• moins, vergrotende trap van peu

Antoniemen

• beaucoup

enkelvoud		meervoud
zonder lidwoord	met lidwoord	zonder lidwoord	met lidwoord
peu	le peu	-	-

Zelfstandig naamwoord

peu m

1. beetje