persvoorlichter

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

persvoorlichter
Uitspraak
Woordafbreking
  • pers·voor·lich·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord persvoorlichter persvoorlichters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de persvoorlichterm

  1. iemand die namens een organisatie de pers te woord staat (op een manier die gunstig is voor de organisatie)
     Uren later konden reddingswerkers per helikopter de plek van het ongeluk bereiken, maar die kwamen te laat. "Dat hebben we ondertussen vanuit Groenland bevestigd gekregen", zegt Dansercoers persvoorlichter tegen de Vlaamse krant De Standaard.[1]
     Op dinsdag dook een gelekte video op, waarin persvoorlichter Allegra Stratton grappen maakt over een kerstfeestje dat op 18 december 2020 in Downing Street gehouden zou zijn. Het land was toen in lockdown, Britten kregen van hun regering te horen dat ze hun kerstplannen moesten afzeggen. De inmiddels (huilend) afgetreden voorlichter oefende in de video hoe ze eventuele vragen over een kerstfeestje gaat 'spinnen' tegenover de pers: namelijk dat het alleen een 'werkoverleg' was met wat kaas en wijn.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 februari 2022 Weblink bron “Belgische avonturier omgekomen tijdens reis op Groenland” (08-06-2021), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 februari 2022 Weblink bron “Wankelende Johnson komt met spierballen-campagne: miljoen boosterprikken per dag” (DI 14 DECEMBER 2021), NOS