personaliseert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • per·so·na·li·seert

Werkwoord

vervoeging van
personaliseren

personaliseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van personaliseren
    • Jij personaliseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van personaliseren
    • Hij personaliseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van personaliseren
    • Personaliseert!