personalia

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • per·so·na·lia
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - personalia
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de personaliamv

  1. persoonlijke bijzonderheden

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen