persisteer
Uiterlijk
- Geluid: persisteer (hulp, bestand)
- per·sis·teer
vervoeging van |
---|
persisteren |
persisteer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van persisteren
- Ik persisteer.
- gebiedende wijs van persisteren
- Persisteer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van persisteren
- Persisteer je?
- Het woord persisteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.