perscentrum

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pers·cen·trum
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord perscentrum perscentra
perscentrums
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het perscentrumo

  1. plaats waar journalisten kunnen werken aan publicaties over een bepaald onderwerp
     Deels door een eigen perscentrum op te zetten waar de driehonderd geaccrediteerde journalisten alle service kregen die ze maar konden wensen, zoals uitdraaien van de belangrijkste bijdragen van de verdediging.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044633535