percussie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • per·cus·sie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord percussie percussies
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de percussiev [3]

  1. (muziek) slagwerk
  2. register op een elektronisch orgel dat een slag of knal geeft op het moment dat een toets wordt ingedrukt
  3. (medisch) beklopping van het lichaamsoppervlak
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen