peptidebinding
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pep·ti·de·bin·ding
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van peptide en binding
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | peptidebinding | peptidebindingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de peptidebinding v
- (scheikunde) binding tussen twee aminozuren, om zo een peptide (een kleine keten van aminozuren) te vormen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'peptidebinding' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.