pepper

Uit WikiWoordenboek
[1]: Pepper.
Peper.

Engels

Naar frequentie 5127
Uitspraak
enkelvoud meervoud
pepper peppers

Zelfstandig naamwoord

pepper

  1. (fruit), (voeding) peper
  2. (fruit), (voeding) paprika
Afgeleide begrippen


Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

pepper

  1. (specerij) peper


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • pep·per
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord piparr.

Zelfstandig naamwoord

pepper o

  1. (fruit), (voeding) peper
    «Smak til med salt og pepper og oliven olje.»
    Breng op smaak met zout, peper en olijfolie.
Verbuiging
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   pepper     pepperen     -     -  
genitief   peppers     pepperets     -     -  
Afgeleide begrippen


Veluws

Zelfstandig naamwoord

pepper

  1. (specerij) peper