peperduur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pe·per·duur
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen peperduur
verbogen peperdure
partitief peperduurs

Bijvoeglijk naamwoord

peperduur

  1. zeer hoog in prijs, uitermate duur
    • Bruce Willis is aangeklaagd omdat hij een vlek heeft gemaakt in een peperduur kleed. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen