peperboompje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

2. peperboompje, Daphne mezereum
Uitspraak
Woordafbreking
  • pe·per·boom·pje
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord peperboompje peperboompjes

Zelfstandig naamwoord

peperboompje o het peperboompjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord peperboom
  2. (bloemplanten) bepaald soort giftige sierplant met purperroze bloemen en rode bessen Daphne mezereum op Wikispecies
     De bessen van sierplanten als hulst, goudenregen, taxus en peperboompje veroorzaken bijna dagelijks vergiftigingen.[1]
Synoniemen
Vertalingen
   1. zie: rood peperboompje   

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 8 januari 2023 Weblink bron
    Martijn Katan
    “Abrikozenpitten” (13 april 2013) op nrc.nl