penologie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pe·no·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord penologie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de penologiev

  1. wetenschap die zich bezighoudt met het onderzoeken van de effectiviteit van formele straffen
     Rechters vonnissen steeds meer levenslang. In de afgelopen vijf jaar is de ultieme straf vaker opgelegd dan in de vijftig jaar daarvoor, betoogt prof. mr. F. W. Bleichrodt, advocaat en hoogleraar penologie (bestraffingskunde) en penitentiair recht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Onlangs kwam zijn oratie daarover in boekvorm uit.[2]
     Het onderzoek, onder leiding van Martin Moerings, hoogleraar penologie aan de Universiteit Leiden, toont aan dat de wens van de politiek om recidive te verminderen haalbaar is.[3]

Gangbaarheid

40 % van de Nederlanders;
51 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. penologie op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink Weblink bron
    Johannes Visscher, bijdrage Jakko Gunst
    “Levenslang” (19-12-2006), Reformatorisch Dagblad
  3. Bronlink Weblink bron “APS: Tien procent minder recidive met nazorgprogramma's” (13-04-2010), Reformatorisch Dagblad
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be