penismeter

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pe·nis·me·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord penismeter penismeters
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

penismeter m

  1. bandje waarmee de omtrek van een piemel in erectie kan worden vastgesteld
    • Mannen geven makkelijk toe dat ze opgewonden zijn, aldus Bezemer. Bovendien is het geen probleem objectief vast te stellen of ze sexueel opgewonden zijn. Daarvoor wordt een penismeter gebruikt, een soort centuurtje [sic!] om het geslachtsdeel dat de mate van de erectie vaststelt. [1]
  2. liniaal waarmee de lengte van een piemel in erectie kan worden vastgesteld
    • Als ik naast hem sta, trekt hij een bureaulade open en legt een houten liniaal op het bureaublad. "Vannacht op de centrale gemaakt,"" zegt hij. Dan lachend: "Ik was tweede van de vijf."
      "Waarmee?" vraag ik.
      "Zie je dan niet wat het is?"
      "Een liniaal, toch?"
      "Een penismeter, man!"
       [2]

Gangbaarheid

Verwijzingen