pekel
Uiterlijk
- pe·kel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pekel | - |
verkleinwoord | - | - |
- oplossing van zout (NaCl) in water
- (verkeer) strooizout ter bestrijding van gladheid op de wegen
vervoeging van |
---|
pekelen |
pekel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pekelen
- Ik pekel.
- gebiedende wijs van pekelen
- Pekel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pekelen
- Pekel je?
- Het woord pekel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pekel" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "pekel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ pekel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /pɛkɛl/
- pe·kel
pekel
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Verkeer in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 93 %
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Tsjechisch