peies
Uiterlijk
- pei·es
- alleen meervoud, herkomst: Jiddisj [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | peies | |
verkleinwoord |
- (Jiddisch-Hebreeuws) haarlokken vóór de oren van een joodse man
- Hebreeuws: peot
- pijpenkrul
- Het woord peies staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "peies" herkend door:
7 % | van de Nederlanders; |
6 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Jiddisch-Hebreeuws in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Woord alleen in meervoud in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 7 %
- Prevalentie Vlaanderen 6 %