peddelen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ped·de·len
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘fietsen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1912 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
peddelen |
peddelde |
gepeddeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
peddelen
- ergatief zich door middel van een peddel afduwend over het water ergens heen bewegen
- Hij was in New Hampshire een stuk over een meer gepeddeld en kwam daar een paar ijsduikers tegen.
- inergatief zich door middel van een peddel afduwen tegen het water
- Er werd verwoed gepeddeld, maar de andere ploeg won toch de wedstrijd.
Gangbaarheid
- Het woord peddelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "peddelen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "peddelen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %