patriciërshuis

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

patriciërshuis
Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·tri·ci·ërs·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord patriciërshuis patriciërshuizen
verkleinwoord patriciërshuisje patriciërshuisjes

Zelfstandig naamwoord

patriciërshuis o [1]

  1. woning die gebouwd is voor of bewoond is door een rijke burger
     Op het stille gedeelte van de Oudezijds Achterburgwal stopte een taxi voor een hoog patriciërshuis.[2]
     Jan Six was een vriend van Rembrandt van Rijn en een kunstverzamelaar. Zijn collectie wordt sinds 1640 beheerd door zijn nazaten. De CollectieSix wordt nu bestuurd door Jan Six van Hillegom, die met zijn echtgenote in het patriciërshuis woont.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij op Wikipedia, ISBN 9789023479925
  3. Bronlink geraadpleegd op 9 maart 2022 Weblink bron “Collectie Six weer open voor publiek” (09-01-2012), Tubantia