patina

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·ti·na
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘oxidatielaag’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1860 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord patina patina's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het patinao

  1. een doffe corrosielaag die gevormd wordt op het oppervlak van voornamelijk koperen voorwerpen en koperhoudende legeringen (zoals brons) als gevolg van oxidatie van het metaal bij blootstelling aan de lucht en vocht. De kleur van deze laag kan variëren van groen tot donkerbruin en wordt vaak ook kunstmatig aangebracht
  2. ouderdomstint van verlagen op schilderijen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

50 % van de Nederlanders;
62 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
patinar

patina

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van patinar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van patinar