passiebloemfamilie

Nederlands

Passiflora foetida

Uitspraak

• Geluid:  passiebloemfamilie    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• pas·sie·bloem·fa·mi·lie

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  passiebloem zn  en  familie zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	passiebloemfamilie	passiebloemfamilies
verkleinwoord	passiebloemfamilietje	passiebloemfamilietjes

Zelfstandig naamwoord

de passiebloemfamilie v

1. (bloemplanten) een familie Passifloraceae  van bloeiende planten. Het is een middelgrote familie met honderden soorten: bomen, struiken, lianen en klimplanten. Deze horen meestal in tropische gebieden thuis. De familie ontleent zowel haar wetenschappelijke als Nederlandse naam aan de passiebloem (Passiflora ), ook het soortrijkste geslacht in de familie: het bevat ruim 500 soorten

Hyperoniemen

• zaadplanten, fabiden, rosiden, bedektzadigen, landplanten, planten

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• blauwe passiebloem, damiana, passiebloem

Gangbaarheid

• Het woord 'passiebloemfamilie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] passiebloemfamilie in het Nederlands Soortenregister N
• [1] passiebloemfamilie op Wikidata