passés
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pas·sés
Woordherkomst en -opbouw
- passé met de uitgang -s
Bijvoeglijk naamwoord
passés
- partitief van de stellende trap van passé
Frans
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- passé met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
passés mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord passé
Werkwoord
passés
- mannelijk meervoud voltooid deelwoord (participe passé) van passer
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijvoeglijknaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 6
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Woorden in het Frans met IPA-weergave
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Frans
- Werkwoordsvorm in het Frans