pas toe
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pas toe
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
toepassen |
pas toe
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toepassen
- Ik pas toe.
- gebiedende wijs van toepassen
- Pas toe!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toepassen
- Pas je toe?
Gangbaarheid
- Het woord pas toe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.