partnerschap
Uiterlijk
- part·ner·schap
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | partnerschap | partnerschappen |
verkleinwoord | partnerschapje | partnerschapjes |
het partnerschap o
- wordt alleen gebruikt in samenstellingen
- Het woord partnerschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "partnerschap" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be