partijleiderschap
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- par·tij·lei·der·schap
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van partijleider met het achtervoegsel -schap
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | partijleiderschap | partijleiderschappen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het partijleiderschap o
- (politiek) de functie van partijleider
- ▸ Roemer was ruim zeven jaar de politiek leider van de SP. Op 13 december nam Lilian Marijnissen zijn fractievoorzitterschap en partijleiderschap over.[1]
- ▸ Op de bijeenkomst met parlementsleden was er volgens aanwezigen geen discussie over het partijleiderschap. "Ik zal jullie dienen zolang jullie willen", zei May.[2]
Gangbaarheid
- Het woord partijleiderschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Metropole Orkest speelt Metallica bij afscheid Roemer” (20-01-2018), NOS
- ↑ Weblink bron “May: sorry voor de puinhoop” (13-06-2017), NOS