partijbureau

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • par·tij·bu·reau
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord partijbureau partijbureaus
verkleinwoord partijbureautje partijbureautjes

Zelfstandig naamwoord

het partijbureauo

  1. het kantoor van een politieke partij
     De VVD-fractie laat weten dat de installatie gewoon doorgaat. Bij het partijbureau wordt de oproep van de wethouder bekeken.[1]
     Van de Nederlandse Europarlementariërs gaven de leden van de VVD, de PVV en de SGP geen antwoord op vragen. Vier Nederlandse Europarlementariërs zeiden dat ze, behalve in Brussel, ook een kantoor in ons land hebben. Peter van Dalen (CU) huurt ruimten op het partijbureau. Wim van de Camp (CDA) heeft een kantoor in de Tweede Kamer. Gerben-Jan Gerbrandy en Marietje Schaake (beiden D66) hebben ook een werkruimte in Nederland.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 13 november 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “VVD-wethouder roept op tot blokkade nieuw Kamerlid Thierry Aartsen” (Maandag 10 september 2018, 10:52), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 13 november 2022 Weblink bron “Europarlementariërs schimmig over miljoenen aan onkostenvergoedingen” (Woensdag 31 mei 2017, 05:59), NOS