parouches
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pa·rou·ches
Woordherkomst en -opbouw
- Herkomst: Asjkenazisch Hebreeuws [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | parouches | parouchous |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het parouches o
- (Jiddisch-Hebreeuws) gordijn voor de ark in de synagoge, waarin zich de Torarollen bevinden
Verwante begrippen
- Hebreeuws: parochet
Gangbaarheid
- Het woord 'parouches' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.