parodist
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pa·ro·dist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | parodist | parodisten |
verkleinwoord | parodistje | parodistjes |
Zelfstandig naamwoord
parodist m
- iemand die parodieert
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'parodist' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.