paraverbinding
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pa·ra·ver·bin·ding
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van verbinding met het voorvoegsel para-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paraverbinding | paraverbindingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de paraverbinding v
- (scheikunde) elk van de substitutieproducten van benzeen, waarin de groepen diametraal tegenover elkaar zijn gelegen
Gangbaarheid
- Het woord 'paraverbinding' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.