paramedisch
Uiterlijk
- Geluid: paramedisch (hulp, bestand)
- pa·ra·me·disch
- In de betekenis van ‘met de geneeskunde samenhangend’ voor het eerst aangetroffen in 1958 [1]
- afgeleid van medisch met het voorvoegsel para- [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | paramedisch | paramedischer | |
verbogen | paramedische | paramedischere | |
partitief | paramedisch | paramedischers | - |
paramedisch
- met de geneeskunde samenhangend
- Het woord paramedisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "paramedisch" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "paramedisch" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be