paradijselijk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

een paradijslijk strand
Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·ra·dij·se·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen paradijselijk paradijselijker paradijselijkst
verbogen paradijselijke paradijselijkere paradijselijkste
partitief paradijselijks paradijselijkers -

Bijvoeglijk naamwoord

paradijselijk [1]

  1. lijkend op het paradijs dus zeer mooi, heerlijk en fijn
    • We reizen verder naar Saint Vincent en de Grenadines. Een groep paradijselijke eilandjes waar alle clichés uit de reisfolders te vinden zijn. De palmbomen, de hagelwitte stranden, de vriendelijke rastamannen, de romantische baaitjes. [2] 
    • Gevraagd naar zijn thematiek noemde Mul graag de „onvervulbaarheid” van de liefde, de „hunkering” naar paradijselijke liefde en ook wel de merkwaardige levensdrift van mensen en dieren die uiteindelijk toch allemaal op weg zijn naar de dood. „Ik ga de dood steeds meer ervaren als een bevrijding”, zegt hij in een radiointerview van twintig jaar geleden. Om er meteen weer aan toe te voegen: „Maar ik heb wel veel lol in mijn leven, hoor.”[3]  
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen


Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Zwagerman, Marianne
    Leven als Jarmund ISBN 978-90-214-5595-2 pagina 22
  3. NRC Arjen Schreuder 1 april 2017