paradebed
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pa·ra·de·bed
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van parade zn en bed zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paradebed | paradebedden |
verkleinwoord | paradebedje | paradebedjes |
Zelfstandig naamwoord
- praalbed waarop men het stoffelijke overschot van een beroemd persoon tentoonstelt
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'paradebed' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "paradebed" herkend door:
45 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be