papte aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pap·te aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanpappen

papte aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aanpappen
    • Ik papte aan. 
    • Jij papte aan. 
    • Hij, zij, het papte aan. 


Gangbaarheid