pappen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pap·pen
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgleid van pap met het achtervoegsel -en.
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
pappen
papte
gepapt
zwak -t volledig

Werkwoord

pappen

  1. inergatief (verouderd) pap eten, koken
  2. ergatief tot pap, een brijachtige massa worden
  3. overgankelijk iets met een pap, stijfsel (e.d.) bestrijken
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Het is pappen en nat houden.
De zaak zo goed en zo kwaad als het gaat aan de gang houden.

[1] [2]

Zelfstandig naamwoord

de pappenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord pap

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. pappen op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink Weblink bron “Pappen en nathouden” (09-05-2011 [gewijz. 29-08-2011]) op onzetaal.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be