papegaaivissen
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- pa·pe·gaai·vis·sen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van papegaai zn en vissen zn
- papegaaivis zn met de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | papegaaivissen | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de papegaaivissen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord papegaaivis
- meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Scaridae van baarsachtige vissen met een bek die op een papegaaiensnavel lijkt
Hyperoniemen
- [2] lipvisachtigen, baarsachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- [2] blauwbandpapegaaivis, bultkoppapegaaivis, neusbultpapegaaivis, roestnekpapegaaivis, tweekleurige papegaaivis
Gangbaarheid
- Het woord papegaaivissen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 14
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Straalvinnigen in het Nederlands
- Vissen in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal